Zeg het gewoon: vegan!
Hoewel veganisme aan een opmars bezig is, en het aantal veganisten ook toeneemt, zijn er toch sommigen binnen de beweging die het woord ‘vegan‘ liever niet gebruiken in activisme en campagnes. Ook organisaties die het opnemen voor dieren, gebruiken soms liever woorden als plantaardig, of onduidelijke afkortingen als veg’n of zelfs veggie in plaats van vegan. Dit lijkt ingegeven vanuit het idee dat het woord vegan afschrikwekkend is en mensen wegjaagt, en hen dan weerhoudt om veranderingen in hun alledaags gedrag door te voeren die voordelig zouden zijn voor dieren. De voornaamste reden waarom het woord vegan gezien wordt als iets afschrikwekkends, lijkt dat het wordt beschouwd als iets ‘extreems’, of – op persoonlijk niveau – geassocieerd wordt met extremisten en fanatici.
Allereerst, de hierboven opgesomde alternatieven hebben niet dezelfde betekenis als het label vegan. Veggie kan verwijzen naar groenten, maar wordt ook gebruikt om te verwijzen naar lacto-ovo-vegetariërs of vegetarisme (met inbegrip dus van het gebruik van zuivel en eieren). Plantaardig verwijst naar een dieet dat focust op plantaardige producten, meestal met de nadruk op ‘volledige’ of ‘echte’ plantaardige producten. In het Engels spreekt men van plantbased en meestal verwijst dit dus naar ‘whole plant foods‘, wat kort gezegd neerkomt op geen verwerkte voedingswaren als worsten en burgers, zelfs niet als die geen dierlijke producten bevatten. Zowel veggie als plantaardig verwijzen in essentie naar een dieet (wat je eet), terwijl vegan zijn verder gaat dan een dieet (en betrekking heeft op alle aspecten van je leven, het is een levensstijl). Het is immers een kwestie van rechtvaardigheid. Vegetariërs en veganisten samen gooien onder het acroniem veg’ns kan misschien wel handig zijn voor louter beschrijvende doeleinden, maar houdt geen rekening met de grote ideologische kloof tussen vegetarisme en veganisme.
Als mensen nooit het woord vegan horen, hoe kunnen we dan verwachten dat ze de filosofie van veganisme gaan omarmen?
Ten tweede, veganisme associëren met iets ‘extreems’, of veganisten steeds gaan voorstellen als ‘agressieve’ of ‘vingerwijzende fanatieke activisten’, is een valse portrettering en doet de werkelijkheid onrecht aan. Net zoals in elke beweging, zijn er ook in de vegan beweging allerlei soorten activisten. Er zijn er inderdaad wel die zich beroepen op extremere of agressievere tactieken om de boodschap over te brengen, maar er zijn ook net zoveel – of wellicht meer vegans die dat op een zachtere en vriendelijke manier doen (daarbij spreek ik mij overigens niet uit over welke methode de ‘beste’ zou zijn, dat is voer voor andere blogposts). De ‘kwaaie’, ‘agressieve’ of ‘extreme’ veganist is een stereotype beeld dat maar al te graag gevoed wordt door tegenstanders van vegan activisme en campagnes. Vegan activisme kan net zo goed – en wordt ook vaak – op een vriendelijke, meevoelende en begrijpende manier gedaan. Veganisme is trouwens een filosofie gebaseerd op mededogen, respect, rechten en rechtvaardigheid, en aan die boodschap is helemaal niets extreem.
Tenslotte, door het woord vegan niet te gebruiken krijg je een vicieuze cirkel: hoe minder het woord vegan wordt gebruikt in alledaagse taal, in boeken, in magazines, op menukaarten, in reclameboodschappen en in campagnes, hoe langer het duurt vooraleer het een standaard en goed bekend begrip wordt, ‘a household name‘ als het ware. Als mensen nooit of nauwelijks het woord horen, hoe kunnen we dan verwachten dat ze de filosofie van veganisme gaan omarmen? Hoe kunnen we maken dat ze zich gaan interesseren voor veganisme, als ze er om te beginnen nooit iets over horen?
Het is een zelfvervullende voorspelling (self fulfilling prophecy). Men denkt dat men extreem zal overkomen door het gebruik van het woord vegan, dus besluit men om niet over veganisme te praten, of het woord vegan niet te gebruiken. –> Bijgevolg wordt veganisme of vegan nauwelijks vermeld, en niemand leert het kennen, of waar het voor staat. –> Op die zeldzame gelegenheden dat het woord vegan dan wél wordt gebruikt, wordt het inderdaad gezien als iets extreem (omdat het op die gelegenheden natuurlijk opvalt en eruit sprint). En bijgevolg vervult men dus zelf de eerder uitgesproken voorspelling.
Dus vanuit pragmatisch oogpunt, is het ook belangrijk om het woord vegan te gebruiken, en niet te grijpen naar eufemismen. Het draagt bij aan het mainstreamen van veganisme.
Dus, zeg het gewoon: vegan! Herhaal: vegan!
This blogpost was previously published on my other blog The Bruges Vegan: Just say the word!
…prachtig geschreven. Blij met de zinsnede: “maar houdt geen rekening met de grote ideologische kloof tussen vegetarisme en veganisme.”. Verkeerde labels plakken en de gevolgen daarvan is één ding, maar het idee vegetariër te kunnen worden ‘voor de dieren’ blijft een misvatting die de wereld uit geholpen moet worden. Tenminste, als we willen voorkomen dat mensen die oprecht een switch naar geweldloosheid willen maken stelselmatig met een vals vegetarisch kluitje het minstens zo geweldvolle riet ingestuurd worden…
Ik weet het niet, ik denk dat vegetarisme al een stap in de juiste richting is. Dan volgen erna vast wel de andere stappen… dat is wat ik vaak zie in ieder geval.