op restaurant gaan is een kwestie van vertrouwen
Wij zijn in de loop der jaren al veel op restaurant gaan eten. Ja, ook als veganist en zelfs in restaurants waar het soms niet zo voor de hand liggend is. Soms hebben we wel eens een slechte ervaring. En dan bedoel ik niet het konijnenvoer dat we soms voorgeschoteld krijgen, maar een gerecht krijgen dat niet plantaardig is. Bv. oestersaus in een gerecht waarvan nochtans duidelijk op de menukaart staat vermeld dat het vegetarisch is. Maar meestal krijgen we wel een vegan gerecht voorgeschoteld. Of dat denken (en hopen) we toch!
Op restaurant gaan eten houdt echter altijd een risico in. Dat risico kan je proberen zo minimaal mogelijk te houden, door bv. het restaurant op voorhad zo duidelijk mogelijk in te lichten over wat ‘veganistisch’ precies betekent zie onze blog met 5 tips) . Maar het risico dat er desondanks toch dierlijke ingrediënten in de geserveerde gerechten zitten is nooit tot nul te herleiden.
Hoewel we beseffen dat op restaurant gaan altijd een risico inhoudt, gaan wij toch nog steeds graag uit eten.
Met een gerust gemoed op restaurant gaan eten komt voor een groot stuk neer op vertrouwen. Niet alleen wat de ingrediënten betreft, maar ook wat betreft kwaliteit van de producten en de hygiëne. En jammer genoeg wordt dat vertrouwen wel eens geschonden. We hebben zeker niet de illusie dat alle gerechten die we ooit al op restaurant gekregen hebben volledig plantaardig waren, ondanks het feit dat we dat duidelijk gevraagd hadden en dat ze ons als plantaardig werden voorgeschoteld. Soms misschien per ongeluk, omdat de chef bepaalde producten niet gecheckt heeft op dierlijke ingrediënten, of er bv. niet bij stilstaat dat het gebruik van dierlijke bouillon niet ok is. Of omdat sommigen denken dat ‘een klein beetje ei’ toch geen kwaad kan, en – misschien nog erger – als ze doelbewust toch dierlijke producten gebruiken omdat ze denken dat de klant het verschil toch niet zal merken.
Of gewoon ook het feit dat je een ‘speciale’ menu vraagt (vegan), kan de chef aanzetten om je gerecht een ‘speciale’ behandeling te geven. Het doet me altijd denken aan het clipje van ‘The Nasty Chef’, alhoewel ik hoop dat dit meer fictie dan realiteit is.
Hoewel we beseffen dat op restaurant gaan altijd een risico inhoudt, en betekent dat je vertrouwen in de cateraar moet hebben, gaan wij toch nog steeds graag uit eten. Omdat we graag nieuwe plekjes ontdekken. Omdat het leuk is om nu en dan een aangename verrassing voorgeschoteld te krijgen: een kok die het een uitdaging vond om eens een vegan menu samen te stellen en zijn kennis en passie heeft aangewend om jou een culinair pareltje voor te schotelen. Als niemand ooit vraagt om een vegan menu, dan beseft de horeca ook niet dat er vraag naar is, en zullen ze zeker ook hun aanbod niet zo snel aanpassen.
En jij, heb jij er vertrouwen in? Of ga jij liever niet meer uit eten?
Ik deel jullie mening dat als we geen vraag creeëren de markt zich ook niet gaan aanpassen. Ik ga ook vaak eten, vaak met collega’s of vrienden, en door dit te doen toon je hun ook dat het helemaal niet altijd zo moeilijk hoeft te zijn, en dat er vaak erg leuke verassingen uit kunnen volgen.
Ja af en toe heb je een minder ervaring, maar dat neem ik er graag bij. Als we onszelf gaan isoleren, maken we t onszelf denk ik een stuk moeilijker om anderen inzicht te geven in de manier waarop we leven en waarom we denken dat dit een beter manier is.
De eerste keer dat ik (onverwacht dan nog) als vegan op restaurant ging, was in een ouderwets taverneke op de boerenbuiten. De uitbater – en al iets oudere meneer- kreeg te horen dat ik alleen plantaardig eet, vertrok geen spier, en kwam terug met een bord lekker gegrilde groentjes en als dessert kreeg ik fruitsla. In een ander restaurant wisten ze een week op voorhand dat er een planteneter in het gezelschap zat ik kreeg droge sla met komkommer en tomaat. Soms heb je geluk, soms wat minder.